Al bijna tien jaar staat de emissie van lachgas uit rioolwaterzuiveringen onder de aandacht van de Europese en nationale overheid. Lachgas draagt namelijk aanzienlijk bij aan de totale uitstoot van broeikasgas. Er was al een Community of Practice (CoP) actief waarin waterschappen kennis deelden en onderzoeken afstemden over het reduceren van lachgas. Maar met de ambitie van waterschappen om in 2035 klimaatneutraal te zijn, was een sectorbrede aanpak nodig met duidelijke doelstellingen, afspraken en regie.
De Vereniging van Zuiveringsbeheerders (VvZB) schakelde VanWaarde in om samen met de CoP, Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA), Unie van Waterschappen (UvW) en VvZB dit proces te begeleiden en een programma te ontwikkelen om in 2035 de lachgas emissies te reduceren.
Structuur en richting
“VanWaarde heeft om te beginnen alle kennis verzameld en maakte inzichtelijk wat er nodig was om een programma op te stellen,” vertelt Ina Elema, beleidsadviseur energie bij de UvW. Zo ontstond er structuur in wat de waterschappen te doen staat. Volgens Cora Uijterlinde, programma manager bij STOWA, was die structuur hard nodig: “Er zijn natuurlijk veel partijen betrokken bij deze opgave en iedereen wil graag een bijdrage leveren, maar dat kan alleen als het gecoördineerd is.”
Een complex vraagstuk behapbaar maken
Het resultaat van de samenwerking is een sectorbrede programmatische aanpak van onderzoek en maatregelen: het versnellingsprogramma lachgas. Peter Verlaan, voormalig voorzitter van de VvZB: “VanWaarde heeft zich goed verdiept in ons vraagstuk en wist de complexiteit terug te brengen naar meer eenvoud. Dat vind ik echt een kunst.”
Uitvoer en financiering
In het programma staat hoe de waterschappen het thema lachgas de komende jaren gaan aanpakken. En wat daar dan voor nodig is in menskracht, organisatie, commitment en euro’s. Elema: “Het is een programma waarmee we gelijk tot uitvoer konden komen. Doordat er een begroting aanhing, konden we ook meteen subsidie aanvragen om de waterschappen te helpen met de uitvoer.”
De eerste metingen
Op dit moment worden er bij verschillende rioolwaterzuiveringen metingen gedaan en reductiestrategieën getest. Uijterlinde: “Als we daar de resultaten van hebben, en we weten aan welke knoppen we moeten draaien om de emissie te reduceren, dan volgt er een implementatietraject om de maatregelen door te voeren. Uiteindelijk is het doel dat we de reductie ook kunnen rapporteren.”
Verstevigen en bijsturen waar nodig
De uitvoer van het versnellingsprogramma is een langjarig traject. “VanWaarde blijft betrokken bij het vervolg om het programma te verstevigen binnen de organisatie van de waterschappen,” vertelt Elema. Volgens Verlaan is flexibiliteit daarbij essentieel: “We hopen en verwachten dat het een succes is, maar het is nieuw en innovatief, dus theorie en praktijk kunnen verschillen. Als dat gebeurt, moeten we bijsturen. Gelukkig hebben we nu een team dat hier goed toe in staat is.”
Heb je ook hulp nodig bij een complexe opgave? Of wil je meer weten over dit project? Neem dan contact met ons op.